Sociale onzekerheid
Uitkeringsgerechtigd of verdacht?
Volgens de
Mensenrechtenverdragen van de Verenigde Naties en van de Europese Unie
is de Nederlandse overheid verplicht om voor haar burgers een sociaal
zekerheidssysteem te garan-deren. Vanaf de jaren negentig is dit
zekerheidssysteem syste-matisch uitgehold. Het parlement heeft wetten
aangenomen waardoor toegang tot de diverse sociale uitkeringen is
inge-perkt. Het verlenen van deze uitkeringen wordt steeds meer als een
gunst dan als een recht beschouwd. En het verlenen van die gunst wordt
met harde hand bewaakt.
Sinds de invoering van de wet Werk en Bijstand staat niet
meer het recht op bijstand voorop maar de plicht om te werken. In deze
wet is het begrip ‘passende arbeid’ verdwenen en alle arbeid is passend
verklaard. Dit betekent dat bijstandsgerechtigden met een
arbeids-verplichting alle werk moeten aanvaarden, ongeacht hun
ervaringen, opleiding en interesse. Hiermee overtreedt de Nederlandse
overheid verschillende Internationale Mensenrechtenverdragen. Dat alle
arbeid passend is geworden heeft tot gevolg dat hoger opgeleiden
gedwon-gen worden lager of ongeschoold werk te aanvaarden. Daarmee
drukken zij de ongeschoolden uit de arbeidsmarkt.
Wat arbeidsongeschiktheid betreft is wettelijk gezien alleen
nog ar-beidsongeschikt wie voor de volledige 100% is afgekeurd. De afkeu-ringsnormen zijn aangescherpt, waardoor keuringsartsen gedwongen
wor-den mensen geheel of gedeeltelijk goed te keuren die volgens de oude
wet geheel of grotendeels waren afgekeurd. Verscheidene keuringsartsen
hebben inmiddels ontslag ingediend omdat zij deze gang van zaken voor
zichzelf moreel niet meer konden verantwoorden. Wie niet meer volledig
is afgekeurd verliest zijn recht op een ar-beidsongeschiktheidsuitkering
en komt in de bijstand terecht, met als gevolg verlies van eigen huis en
andere bezittingen.
geschuif met AOW-gelden
Voor financiering van de ouderdomsvoorziening werd
aanvankelijk een aparte pot in het leven geroepen, waarvoor iedere
Nederlandse burger vanaf zijn 15e tot zijn 65e levensjaar jaarlijks 2%
premie betaalde. Deze gelden werden uitsluitend besteed aan het uitkeren
van AOW-pensioenen. Toen Wim Kok minister van Financiën was, heeft hij
ervoor gezorgd dat deze gelden in de algemene middelen terecht kwamen.
Dit had tot gevolg dat niet meer duidelijk is welk deel van de gelden
uit de algemene middelen AOW-premiegelden zijn. Deze premiegelden kunnen
sindsdien ook voor andere overheids-doeleinden worden ingezet. Verdere
fiscalisering van de AOW zal ertoe leiden dat de AOW-uitkering nog
verder losgekoppeld gaat worden van de hiervoor betaalde premies. De
hoogte van deze uitkering gaat jaarlijks afhangen van de hoeveelheid
middelen in de algemene pot die men hiervoor beschikbaar wil stellen.
Daarmee wordt de ouderdomsvoorziening als veiliggestelde
volksverzekering feitelijk afgeschaft. En dit leidt tevens tot de
mogelijkheid om wer-kenden en bejaarden tegen elkaar uit te spelen, omdat
de AOW uit de algemene middelen wordt betaald.
criminalisering
Met de verslechtering van de sociale zekerheidswetten zijn de
fraudebepalingen en controlemethoden verscherpt en zijn de methoden om
vermoedens van fraude te controleren veel agressiever geworden. Er is
een apart instituut opgericht voor de bestrijding van sociale
zekerheids-fraude, de SIOD. Medewerkers van deze dienst zijn verplicht
jaarlijks een van tevoren vastgesteld aantal fraude-gevallen op te
sporen. Om deze norm te halen krijgen bijstands-gerechtigden en oude
bejaarden bij ‘vermoeden’ van fraude onver-wacht huisbezoek. Zij worden
’s nachts van hun bed gelicht en onderworpen aan urenlange verhoren. Ook
krijgen zij valse proces-verbalen overhandigd ter ondertekening. Onlangs
diende een be-jaarde van 81 jaar bij de Nationale Ombudsman een klacht in
dat zij gedurende 5 uren door een ambtenaar van de Sociale
Verze-keringsbank was verhoord. In antwoord op de klacht antwoordde deze
bank dat ze wettelijk gezien de vrouw 6 uur lang hadden mogen verhoren.
Fraudebeschuldigingen jegens bejaarden en
bijstandsgerechtigden betreffen vaak het niet opgeven van samenwonen om
zo een hogere uitkering te ontvangen. AOW-premie wordt een leven lang
per individu afgedragen maar een bejaarden echtpaar krijgt maar iets
meer dan een AOW uitkering voor één persoon. Als een van beide
echtgenoten overlijdt, vervalt het overgebleven deel van de door hem of
haar betaalde AOW-premie aan de staat. Als van twee echtparen beide
partners zijn overleden en de twee overgeblevenen besluiten tot
samenwonen, hoeft de staat maar de uitkering van één persoon, aangevuld
met een kleine toelage, te betalen, en niet die van vier personen. Is
het niet de staat die hier steelt, in plaats van de bejaarden?
alternatief
Veranderde wetgeving
en uitkeringspraktijk zorgen ervoor dat elke uitkeringsgerechtigde als
potentiële crimineel wordt beschouwd. Hij wordt gezien als iemand die
erop uit is misbruik te maken van overheidsvoorzieningen waarop hij
eigenlijk geen recht heeft. Gene-raties worden in dit spel van
verdachtmakingen tegen elkaar uitge-speeld. De voorzieningen zouden
teveel geld kosten, wat door de jongeren betaald moet worden. Vergeten
wordt dat elke bejaarde een leven lang voor zijn AOW premie heeft
betaald en de voorwaarden heeft helpen scheppen voor jongere generaties.
Vergeten wordt ook dat zieke en andere uitkeringsgerechtigden meestal
buiten hun schuld werkloos zijn. Wat zal de toekomst deze mensen
brengen: dwang-arbeid en een euthanasiepil? Werkelijke individualisering
van sociale uitkeringen, of nog beter, een basisinkomen voor iedereen,
zou een hoop ellende en geld besparen. De grond om
uitkeringsgerechtigden als crimineel te beschouwen zou erdoor verdwijnen
en het dure controleapparaat om fraude te bestrijden zou overbodig
worden.
Gepubliceerd op 4 september 2009
Cartoonist: Gabor Lodi
terug naar boven ◄
|