biografie ◄   boeken ◄   filographie ◄   scènes ◄   lezingen ◄   pers ◄  

 

 

Pensioenakkoord is pensioenroof
Onbeperkte speculatie met pensioengelden

Met het pensioenakkoord waarover de achterban van de vakbonden in september beslist, wordt een einde gemaakt aan de pensioenzeker-heid van werknemers. Vóór het akkoord stemmen betekent dat de hoogte van het pensioen afhankelijk wordt gemaakt van de belegging-resultaten van speculanten op de financiële markten. Tijdens de finan-ciële crisis van 2008 verloren de aandelen 50% aan waarde.
Sinds de liberalisering van de financiële markten is een deel van de bedrijfstakpensioenfondsen eigendom geworden van (inter)nationale commerciële beleggings- en verzekeringsmaatschappijen. Sinds haar privatisering in 1996 gebruikt het grootste pensioenfonds voor over-heidspersoneel, het ABP, pensioengelden voor zeer riskante beleg-gingen waarvan vooral dubieuze zakenlui en ABP-topbestuurders profiteren. De top van de door het ABP opgerichte beleggingsfirma Alpinvest verdiende met pensioengeldbeleggingen in 2007 154 mil-joen euro, waarvan 112 miljoen euro aan bonussen. Door gevaarlijk te beleggen verloor het ABP in 2008 25% van de door haar in Alpinvest geïnvesteerde pensioengelden. Deelnemende werknemers en gepensioneerden betaalden voor dit verlies: hun pensioenpremie werd verhoogd en de pensioenen werden niet aangepast aan de inflatie (indexering). In januari verkocht ABP Alpinvest aan de beruchte Carlylegroep. Ook de Rotterdamse havenarbeiders verloren grote hoeveelheden pensioengeld nadat hun pensioenfonds was door-verkocht aan AEGON. Deze verzekeringsmaatschappij had andere plannen met dit geld.

Instemming met het nu voorliggende pensioenakkoord betekent toestaan dat grote beleggingsmaatschappijen onbeperkt risicovol mogen beleggen. De verliezen die dit met zich meebrengt, komen voor rekening van de werknemers en gepensioneerden. In plaats van het vooruitzicht van een waardevast pensioen, lopen zij de kans hun pensioen mis te lopen of beladen te worden met de schulden die veroorzaakt zijn door de grote commerciële beheerders van pen-sioengelden. Waarschijnlijk zijn de pensioenkassen nu al veel leger dan ons wordt voorgehouden: de waarde van beleggingen op papier komt niet overeen hun reële waarde.
Instemming met het pensioenakkoord betekent ook akkoord gaan met verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 66 en later naar 67 jaar en hoger. Dat op 65 jaar met pensioen gaan te duur is geworden omdat we steeds langer leven, is een misleidende voor-stelling van zaken. Veel werknemers sterven eerder dan de algemene gemiddelde leeftijd en alle werknemers sterven eerder dan dat ze hun pensioengeld hebben kunnen opmaken, er blijft altijd pensioengeld over. Van de meeste werknemers bedraagt het reële pensioen inclusief AOW niet 70% maar 50% van het verdiende loon. Bij een bruto loon van €2500,- per maand krijgt hij aan AOW en aanvullend pensioen in totaal € 1250,- per maand en €15.000,- per jaar. Bij het huidige AOW-bedrag van €10.700,- per jaar bedraagt het aanvullende pensioen van deze werknemer dus ongeveer €4300 per jaar. Ervan uitgaande dat hij 40 jaar werkt, betaalt hij aan AOW premie maandelijks 17,9% x €2500 = €447,50. Na veertig jaar is dit bedrag gegroeid tot €214.800,-. Voor zijn aanvullende pensioen betaalt de werknemer per maand gemiddeld 21% x €2500 - €890,- (€890,- is het AOW bedrag waarover hij al premie heeft betaald en waarover hij geen aanvullend pensioen opbouwt). In 40 jaar loopt dit aanvullende pensioenbedrag op tot €162.288,-. Bij elkaar opgeteld betaalt de werknemer in ons voorbeeld in totaal €377.000,- voor zijn aanvullende pensioen en AOW. Dit bedrag kan, laag geschat, verdubbeld worden omdat het pensioengeld door de pensioenbeheerder, of indirect door de overheid, 40 jaar lang productief wordt gebruikt. Daarmee brengt deze werknemer in 40 jaar naar schatting €754.000,- op voor zijn pensioen. Hiervan wordt hem na zijn pensionering jaarlijks maar €15.000,- uitgekeerd. Dit betekent dat de pensioenspaarpot van deze werknemer pas na 50 jaar leeg is, wanneer hij de leeftijd van 105 jaar heeft bereikt.
Als de werknemers instemmen met het voorgestelde pensioen-akkoord en geen acties voeren, worden zij de gegijzelden van de grote aandeelhouders van banken, verzekeringsmaatschappijen en hedgefondsen. Zij zullen gedwongen worden steeds langer te werken en eindigen met een arme oude dag.

Lidwien Schuitemaker
drs. sociale wetenschappen en filosofie


Gepubliceerd op 24 augustus 2011
Cartoonist: Gabor Lodi

 

 

terug naar boven