Pensioenakkoord
rampzalig voor werknemers
Pensioengelden
prooi voor beursspeculanten
In de schaduw van de verkiezingen en het
WK voetbal sloten de vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers op 4
juni een pensioenakkoord. De inhoud van het akkoord is voor werknemers
alarmerend.
De vakbondsvertegenwoordigers zijn
akkoord gegaan met verhoging van de AOW gerechtigde leeftijd van 65 naar
67 jaar en in een latere fase naar 68 en hoger, als de gemiddelde
leeftijd verder stijgt. De leeftijd voor aanvullende pensioenen wordt op
dezelfde manier verhoogd. In het voorjaar van 2009 verzekerde Jongerius
haar achter-ban nog dat verhoging van de pensioenleeftijd voor de FNV
on-bespreekbaar was.
Ook is overeengekomen dat de pensioengelden ingezet worden voor riskante
speculaties op de financiële markten. De hoogte van het pensioen wordt
afhankelijk van de gokresultaten van speculanten op de beurs. De tekst
van het akkoord is zo geschreven dat de slechte gevolgen hiervan voor de
werknemers verhuld worden.
vergrijzingsmythe
Beweerd wordt dat ons
pensioensysteem onbetaalbaar is omdat we ouder worden. En daarom zou
langer werken onontkoombaar zijn. Maar hoe wordt de gemiddelde leeftijd
berekend? Afhankelijk van de gebruikte berekeningswijze valt de
gemiddelde leeftijd hoger of lager uit. Nu wordt een manier van
berekenen gehanteerd waardoor de gemiddelde leeftijd hoog uit valt, om
het voorstel tot verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd te
legitimeren.
Onderzoek wijst uit dat de lagere inkomensgroepen (het grootste deel van
de bevolking) door zwaar werk, minder goede woonomstandig-heden,
goedkoper en ongezonder voedsel en slechtere gezondheids-zorg, eerder
sterven dan de mensen met hogere inkomens. In de VS gaan de armere
bevolkingsgroepen 10 jaar eerder dood dan de rijkere. In Europa is deze
verhouding niet veel anders. Verhoging van de pensioengerechtigde
leeftijd betekent dat werknemers met lagere lonen langer moeten werken
omdat de rijkere bevolkingsgroepen ouder worden.
Officiële voorspellingen gaan ervan uit dat de gemiddelde leeftijd
verder zal stijgen. Toenemende milieuvervuiling, verslechtering van de
gezondheidszorg als gevolg van privatisering, en ongezondere
eet-gewoontes door hoge voedselprijzen zullen echter bijdragen tot een
daling van de leeftijd van de armste groepen.
betaalbaarheid
Uit bestudering van cijfers
van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) en van de Sociale
Verzekeringsbank (SVB) blijkt dat de Nederlandse bevolking elk jaar meer
aan AOW-premiegelden betaalt dan er wordt uitgekeerd. Alleen al in het
jaar 2008 werd ongeveer 41 miljard euro AOW-premie afgedragen, 26
miljard euro werd in dat jaar aan AOW-uitkeringen uitbetaald. Sinds de
gedeeltelijke fiscalisering van de AOW verdwijnt een gedeelte van de
voorheen alleen voor de AOW gereserveerde gelden in de staatskas (de
grote pot) en zo lijkt er voor de AOW onvoldoende geld beschikbaar te
zijn.
Dat de jongeren moeten betalen voor de AOW voorziening van de ouderen is
een onjuiste voorstelling van zaken. De oudere werknemers zijn ook jong
geweest en hebben voor hun AOW betaald, maar een deel van dit geld is
door fiscalisering verdwenen in de schatkist.
Sinds de invoering van de AOW zijn door toename van de pro-ductiviteit
de winsten en vermogen sterk gestegen. Zouden deze niet belast kunnen
worden om de pensioen- en AOW leeftijd op 65 te houden of te verlagen?
De belastingtarieven op winst, vermogens en hoge inkomens zijn de
laatste decennia echter gedaald.
stoppen met 65
Stoppen met werken op 65
jarige leeftijd kan volgens het pen-sioenakkoord nog steeds. De
werknemer wordt dan wel 6,5 % gekort op zijn AOW en aanvullend pensioen.
In het akkoord staat dat voor de zware beroepen geen aparte regeling
hoeft te worden getroffen omdat de hoogte van de AOW gekoppeld wordt aan
verdiende lonen en gecorrigeerd wordt voor inflatie. Daardoor zou de AOW
uitkering hoger worden dan nu het geval is.
Echter, de lonen kunnen ook gelijk blijven of dalen. In het verleden
zijn regelmatig de lonen meerdere jaren achtereen bevroren (0-lijn).
Vanwege de economische crisis bestaat het gevaar dat loons-verlagingen
worden opgelegd. Daarnaast is de reële geldontwaarding veel hoger dan
officieel wordt toegegeven. Dit heeft ertoe geleid dat mensen met lagere
lonen of AOW de laatste twintig jaar fors aan koopkracht hebben
ingeboet. Wordt de nieuwe pensioenregeling ingevoerd, dan kunnen de
lagere inkomensgroepen zich niet ver-oorloven op te houden met werken op
65 jarige leeftijd. De meeste zware beroepen vallen onder de lagere
inkomens.
In de leeftijdscategorie 55-65 neemt tegenwoordig minder dan 50% van de
beroepsbevolking deel aan het arbeidsproces. Het aantal werkenden boven
de 65 jaar zal te verwaarlozen zijn. Deze kleine groep zal volgens het
akkoord makkelijker ontslagen kunnen worden en ander werk moeten
accepteren (dwangarbeid). De grootste groep oudere werknemers zal vóór
het bereiken van hun pensioenleeftijd in de bijstand belanden. Hun
huizen en eventuele vermogen moeten zij eerst ‘opeten’.
flexibilisering
Volgens het pensioenakkoord
moeten de aanvullende pensioen-gelden “meeademen” met de financiële
markten. Hiermee wordt bedoeld dat de schommelingen (“schokken”) op de
financiële markten worden doorberekend in de hoogte van de pensioenen.
Nergens in het akkoord wordt gesproken over het belasten van hoge
bedrijfs-winsten en vermogens.
Overeengekomen is dat de pensioengelden ingezet worden voor riskante
beleggingen. De hoogte van de aanvullende pensioenen wordt daardoor
afhankelijk gemaakt van wat beursspeculanten met de pensioengelden doen.
Of zoals VNO-NCW voorzitter Wientjes eerder zei: “Pensioengeld is
beleggingsgeld.”
De pensioenen worden “flexibel” gemaakt. Dit betekent dat in de toekomst
elk werknemer “zelf” mag beslissen hoe lang hij pensioen wil ontvangen
(dus wil leven), vanaf welke leeftijd (boven 67jaar) hij meer, minder of
geen geld wil krijgen en hoe riskant zijn pensioengeld be-legd wordt.
Het akkoord noemt dit “pensioenambitie”. Voor een zekerder pensioen
moeten hoge premies worden betaald. Een risico-vol pensioen betekent
lagere premie en grote kans dat de ge-pensioneerde van zijn
pensioengelden niets terugziet. “Maar in het totaal bepalen de
financieringsbronnen de grenzen van de pensioen-ambitie.” “De
pensioenambitie kan nooit uitstijgen boven de feitelijk betaalde premie
en het feitelijk behaalde rendement”, “een waarheid als een koe”, aldus
het akkoord. Met andere woorden: als het pen-sioengeld door speculanten
verkeerd is belegd en het geld op is (beland bij anderen), wordt geen
pensioen uitgekeerd.
beheer
Het beheer van de
pensioengelden zal worden overgelaten aan managers die in
beursspeculantprofielen passen. De Nederlandse Bank wordt belast met
toezicht en advies. De recente beurscrisis heeft laten zien waar het
geld dan terechtkomt: bij dubieuze banken, verze-kerings- en andere
beleggingsmaatschappijen die met (voor)kennis miljarden euro’s winst
maken voor rijke aandeelhouders ten koste van werknemers. De Nederlandse
Bank zag erop toe dat dit gebeurde.
Het beheer over de pensioengelden wordt de werknemer afgenomen. Maar hij
wordt persoonlijk wel verantwoordelijk gemaakt voor de
beleggingsrisico’s. Om de pensioenen volledig in handen van specu-lanten
te kunnen geven, is wijziging van de pensioenwet nodig.
strijd
In het FNV-document “De tien
meest gestelde vragen over het AOW-pensioenakkoord” wordt voorgesteld
dat dit akkoord een stabiel pensioen garandeert, een hogere
AOW-uitkering, dat werknemers zelf kunnen kiezen wanneer ze stoppen met
werken, en nog meer lapjes voor het oog.
Het is te hopen dat de werknemers de strijd aangaan om dit akkoord naar
de prullenbak te verwijzen. Met stakingen en andere acties zijn vaker
resultaten behaald en is geld en tijd gevonden in de la van overheid en
werkgevers: 8-urige werkdag, 38-urige werkweek, pen-sioengerechtigde
leeftijd van 65 jaar.
Gepubliceerd in juni 2010
Cartoonist: Gabor Lodi
terug naar boven ◄
|