|
Burgers in de greep van banken
EU en euro in
crisis
In september 2008
stortten de beurkoersen ineen. Nu zijn Europese Unielanden en de euro
aan de beurt. Banken spelen in deze crises een centrale rol.
Begin mei besloten de leiders van de Europese Unie (EU) met
het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om Griekenland 110 miljard euro
noodhulp te geven. De staatsschuld van Griekenland (300 miljard euro) is
zo hoog opgelopen dat dit land de rente op haar schuld niet meer kan
afbetalen. De 110 miljard euro aan noodhulp lenen de overheden van
andere EU-landen op de kapitaalmarkt (banken) tegen een lagere rente dan
Griekenland zou moet betalen. Door het aangaan van deze lening vergroten
de lidstaten hun schuld en verzwakken zij hun eigen leensituatie. De
Nederlandse overheid (belastingbetaler) heeft zich voor 5 miljard euro
aan hulp vastgelegd en zal dit geld waarschijnlijk nooit terugontvangen.
De financiële hulp gaat niet naar de Griekse bevolking maar naar grote
internationale banken als Goldman Sachs en ING, die Griekse
staatspapieren (obligaties) bezitten die door de hoge schulden van dit
land en beursspeculaties waardeloos zijn geworden
Voor de enorme staatsschuld van Griekenland is de Griekse politiek
verantwoordelijk. Zij heeft ver boven de economische capaciteit van haar
land geleend bij internationale banken en deze gelden besteed aan grote
projecten en de bevriende zakenwereld. De gemiddelde Griekse burger
heeft slechts een inkomen van 1200 euro bruto per maand. Voor afbetaling
van de huidige Griekse staatsschuld zou hij ongeveer 50 jaar extra
moeten werken.
domino
Nu de EU besloten heeft Griekenland (de internationale
banken) te steunen, zullen meer lidstaten met hoge staatsschulden
aankloppen voor leningen. Ierland heeft te kampen met een staatsschuld
van meer dan 938 miljard euro, die van Italië is meer dan 1400 miljard
euro en de schuld van Spanje meer dan 1150 miljard euro.
Vóór de beursinstorting van 2008 had de Nederlandse overheid de totale
staatsschuld laten oplopen tot ongeveer 400 miljard euro, rond de 30.000
euro per inwoner. Door de honderden miljarden staatsteun aan de banken
die volgde, is deze schuld sindsdien verder gestegen. Schuld aan de
banken die in naam van de burgers is aangegaan en met hun werk moet
worden terugbetaald. Verborgen blijft bij welke financiële instellingen
de overheid deze schulden heeft gemaakt, tegen welke voorwaarden en
waarvoor. Sinds de jaren 80 verkocht de Nederlandse staat grote
rendabele overheidsbedrijven als Rijkspost-spaarbank, PTT, KLM, DSM, Hoogovens, de gas- en elektriciteits-voorzieningen, instellingen op het
gebied van gezondheidszorg en het openbaar vervoer. Waar zijn de
opbrengsten uit deze verkopen gebleven?
Tijdens de overeenkomst over Griekse noodhulp is tegen de
EU-verdragsregels in ook besloten dat de Europese Centrale Bank (ECB)
waardeloze staatsobligaties mag opkopen van lidstaten. Dit betekent dat
de ECB geld bijdrukt om hiermee de bezitters van deze staatsobligaties,
de internationale banken, te betalen. Hierdoor neemt de geldontwaarding
toe en moeten de EU-burgers meer en langer werken om in hun
levensonderhoud te kunnen voorzien. De ECB heeft na de beurscrisis van
september 2008 diezelfde internationale banken al gesteund met meer dan
500 miljard euro.
eurocrisis
In hetzelfde weekeinde dat besloten werd tot noodhulp voor
Griekenland, kelderde de euro tot 1,25 ten opzichte van de dollar. Een
waardevermindering van bijna 20% in vergelijking tot een paar maanden
eerder. Na dat weekeinde lag er een akkoord tussen EU-leiders en IMF
voor een steunpakket van €750 miljard euro om een verdere val van de
euro te voorkomen. Deze maatregel had 1 dag effect, daarna daalde de
euro verder tot 1,22.
Het enorme steunpakket houdt in dat de nationale overheden dit bedrag
tegen rente bij particuliere banken lenen. Dezelfde banken die samen met
hedgefondsen en andere financiële maatschappijen hebben gespeculeerd op
het Griekse bankroet en daling van de euro. Zij hebben hiermee de val
van Griekenland en van de euro veroorzaakt en krijgen via het
steunpakket geld om op verdere dalingen te speculeren.
bankenmacht
Sinds liberalisering van de financiële markten hebben de
grote aandeelhouders van internationale financiële instellingen
(banken, verzekeringsmaatschappijen, hedgefondsen) de burgers
wereldwijd op verschillende manieren in hun macht. Zij zorgden ervoor
dat de politiek wereldwijd wetten met betrekking tot de financiële
markten heeft versoepeld en afgeschaft. Een enorm netwerk van hun
lobbyisten schrijft mee aan wetten en beïnvloedt de politieke
besluitvorming. Als beloning wacht politici een carrière als bestuurder
van een bank of ander internationaal bedrijf.
Ook helpen overheden banken door ze met belastinggeld staatssteun te
leveren. De Nederlandse staat heeft namens haar burgers sinds septem-ber
2008 al meer dan 100 miljard euro aan banken gegeven, waarvan 30 miljard
aan de Fortis/ ABN-Amro operatie.
Een andere overheidssubsidie aan particuliere banken is de
renteverlaging tot (bijna) 0% door de centrale banken. Hierdoor kunnen
de particuliere banken gratis geld lenen. Het grootste deel van deze
leningen wordt sinds de beurscrisis niet meer gebruikt waarvoor zet
bedoeld zijn. In plaats van hiermee via bedrijfskredieten de economie te
stimuleren, houden de banken dit geld vast en gebruiken dit grotendeels
voor speculatie op de financiële beurzen.
Door wijziging van de bankwet in 1998 kan de Nederlandse overheid niet
meer lenen bij het overheidsbedrijf De Nederlandse Bank. Zij is net als
de andere EU-landen gedwongen zich voor al haar leningen te wenden tot
de commerciële banken. De financiële steun die zij sinds de
ineenstorting van de beurs in 2008 aan de commerciële banken heeft
gegeven, leent zij tegen forse rentes van diezelfde banken.
Daarnaast blijven particulieren en bedrijven aan banken verbonden via
spaarvoorzieningen en leningen. Door de lage spaarrentes van de
afgelopen decennia worden zij voor hun oudedagsvoorziening gedreven
naar tal van dubieuze financiële producten (derivaten), waar banken en
verzekeringsmaatschappijen veel aan verdienen en de kleine belegger
vaak op moet toeleggen.
maatregelen
De schuld van de Nederlandse overheid aan de banken is zo
hoog opgelopen dat bij de huidige stand jaarlijks naar schatting 25
miljard euro nodig is alleen voor aflossing van de rente. Zonder
verregaand ingrijpen in de financiële markten zal de schuldenberg en
de last voor de bevolking alleen maar stijgen. Om hieraan een einde te
maken, zal de macht van financiële wereld door Europese en wereldwijde
wetgeving aan banden moeten worden gelegd. Door zakenbanken en
spaarbanken weer te splitsten, kan voorkomen worden dat burgers het
risico lopen hun spaargeld en oudedagsvoorziening te verliezen aan
financiële instellingen, Niet de overheid maar de particuliere
zakenbanken zelf moeten verantwoordelijk worden voor door hun aangegane
risico’s. President Obama heeft voor de VS onlangs een wetsvoorstel in
die richting gedaan.
Banken hoeven tegenwoordig nog maar een klein eigen vermogen te heb-ben
van 7%. Hun werkelijke vermogen is vaak nog lager omdat veel
verliesposten buiten de boeken mogen worden gehouden. Strenge
wetgeving, controle van een onafhankelijk orgaan en een hoger eigen
vermogen dragen bij tot oplossing van de huidige problemen.
Pensioenfondsen mogen sinds liberalisering van de financiële markten
hedgefondsen bezitten en beleggen in risicovolle producten. Hierdoor
zijn honderden miljarden aan pensioengelden uit de kassen verdwenen. Dit
zou bij wet verboden moeten worden.
Op financiële
transacties zou belasting moeten worden geheven. Het levert de overheden
forse inkomsten op en maakt zichtbaar van wie de gelden komen en waar
zij naartoe vloeien. Ook het bezit van aandelen, obligaties en andere
waardepapieren zou belast moeten worden om opeenhoping van enorme
kapitalen in handen van enkelen te voorkomen.
Een ander probleem vormen de vele financiële producten (derivaten)die
zijn toegelaten. Naar schatting 9 van de 10 verhandelde derivaten zijn
tegenwoordig dubieuze speculatieobjecten. Speculanten verdie-nen met deze
financiële producten veel geld, ten koste van kleine beleggers. De
derivaten die de productieve sector niet ten goede komen en zouden
moeten worden afgeschaft.
Tevens zou het gokken op valuta onmogelijk gemaakt moeten worden.
Speculanten maken hiermee enorme winsten en kunnen er econo-mieën van
landen mee ruïneren.
eenwording
Sinds de
beurscrisis van september 2008 heeft de politiek nauwelijks iets
ondernomen om de macht van banken aan banden te leggen. Integendeel, hun
macht is toegenomen en zij ontvingen honderden miljarden aan
overheidssteun.
Een belangrijke voorwaarde tot regulering van de financiële markten is
politieke eenwording van de Europese Unie. Zolang de deelnemende landen
via de euro alleen financieel verenigd zijn en niet politiek, blijft hun
bevolking overgeleverd aan steeds groter en machtiger wordende
financiële instellingen.
Zonder verregaande wettelijke maatregelen, politieke eenwording van
Europa en een sterke nationale en internationale vakbeweging die harde
eisen afdwingt, blijven de Europese burgers slachtoffer van de
casino-kapitalisten die allang internationaal verenigd zijn. En betaalt
de bevolking met haar werk voor de door haar opgebrachte duizenden
miljarden euro’s die zijn vergeven aan grote aandeelhouders.
Gepubliceerd in
mei 2010
Cartoonist: Gabor Lodi
terug naar boven ◄
|
|